Menu Sluiten

Wet en regelgeving

De wet en regelgeving ten aanzien van machines kan grofweg verdeeld worden in:

  1. De Europese sociale richtlijnen, die bedoeld zijn om de werknemer te beschermen tegen gevaren op de werkvloer en welke binnen de Nederlandse wetgeving verankert zijn in de Nederlandse Arbowet.
    Het naleven en opvolgen van de minimale eisen vastgelegd in de Nederlandse Arbowetgeving is een primaire verantwoordelijkheid van de werkgever.
    Binnen de Europese sociale richtlijnen in de richtlijn Arbeidsmiddelen (RAM) specifiek van toepassing op machines en deze is vastgelegd in hoofdstuk 7 van het Nederlandse Arbobesluit.
  2. Alle machines in gebruik genomen na 31 december 1994 moeten voldoen aan de minimale eisen gesteld in de van toepassing zijnde Europese productrichtlijnen. De Europese productrichtlijnen zijn primair bedoeld om een gelijke handel en productveiligheid te garanderen binnen de EER.
    Het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant of diens gemachtigde binnen de EER om de machine te voorzien van een CE-markering waarmee fabrikant garandeert dat de machine voldoet aan de minimale eisen gesteld in de van toepassing zijnde Europese productrichtlijnen.
    De Europese productrichtlijnen zijn binnen de Nederlandse wetgeving verankert in de Nederlandse warenwet.

Na de ingebruikname is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om, tijdens de gehele levensduur van de machine, zeker te stellen dat de machine blijft voldoen aan de minimale eisen gesteld in de Nederlandse warenwetbesluiten (Arbobesluit artikel 7.2 lid 1).
Binnen is de industrie wordt dit vaak samengevat als “eens CE, altijd CE”.

Binnen de Europese product richtlijnen in o.a. de Machine richtlijn van toepassing op machines en deze is vastgelegd in het Nederlandse Warenwetbesluit Machines.

Alle machines in gebruik genomen voor 31 december 1994 vallen niet onder het regime van de Europese productrichtlijnen en moeten dus “alleen” voldoen aan de minimale eisen vastgelegd in de Nederlandse Arbowetgeving.

Uitzondering zijn machines die tijdens de gebruiksduur “substantieel” gewijzigd worden waardoor de machine door de wetgever wordt gezien als een “nieuwe” machine waardoor deze vanaf dat moment onder het regime van de Europese productrichtlijnen komt te vallen en deze moet worden onderworpen aan een nieuw CE-conformiteitsonderzoek.

Degene die de wijziging aanbrengt wordt beschouwd als de nieuwe fabrikant en moet de gewijzigde machine voorzien van een nieuwe CE-markering.